De grens tussen wel of niet verslaafd is voor elke persoon anders. Maar wanneer gaat het met een drinker de verkeerde kant op?
Veelzeggende signalen zijn:
drinken om van stemming te veranderen
niet genoeg hebben aan 1 of 2 drankjes
beloftes of pogingen te stoppen
lichamelijke problemen
onthoudingsverschijnselen
verzuim op het werk
ruzie met gezinsleden over drank
Mensen die verslaafd zijn drinken gemiddeld vaker onder omstandigheden waarin zij met het drinken anderen in gevaar brengen, zoals in het verkeer, of hun verantwoordelijkheden verwaarlozen, zoals op het werk.
Tegenover hun omgeving proberen drinkers hun drankgebruik vaak lange tijd te ontkennen en te verhullen.
-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Alcohol wordt gedronken. Via de slokdarm komt het in de maag terecht. Via de maagwand wordt 20% van de alcohol in het bloed opgenomen. De rest gaat via de maag in de dunne darm. In de dunne darm wordt de alcohol snel in het bloed opgenomen. Na de dunne darm gaat het bloed naar de lever. Daar wordt de alcohol afgebroken.
Via het bloed bereikt de alcohol na een minuut of 10 de hersenen en vanaf dat moment ben je onder invloed. Als er voedsel in de maag zit, duurt de opname van de alcohol iets langer. In de hersenen beïnvloedt alcohol de manier waarop zenuwen signalen aan elkaar doorgeven. Zenuwen doen dat met behulp van bepaalde stofjes. Deze stofjes worden overdrachtsstoffen genoemd. Alcohol beïnvloedt vooral de werking van de stofjes gaba en glutamaat.
De alcohol verdooft de hersenen. Dit heeft allerlei effecten op je stemming en gedrag. Zo vallen remmingen weg, vermindert je geheugen en concentratie en verdwijnt je zelfkritiek. Hoe meer je drinkt, hoe sterker de effecten.
Alcoholpromillage Het drinken van alcohol veroorzaakt niet bij iedereen hetzelfde bloedalcoholgehalte (BAG). BAG is het aantal gram alcohol per liter bloed. Vele individuele factoren spelen hierbij een rol.
De alcohol wordt verdeeld over de totale hoeveelheid lichaamsvocht. Iemand die veel weegt merkt dus minder van een zelfde aantal glazen dan iemand die weinig weegt.
Sekse is ook van invloed op het bloedalcoholgehalte. Het lichaam van een vrouw bevat minder vocht per kilo gewicht dan dat van een man. Daarom wordt de alcohol bij vrouwen minder verdund en zijn vrouwen gemiddeld sneller onder invloed dan mannen.
Maagvulling kan ook een rol spelen. Het voedsel in de maag zorgt er namelijk voor dat de alcohol gelijkmatiger en langzamer in het bloed wordt opgenomen. Kortom: met een volle maag ben je minder snel onder invloed van alcohol dan wanneer je op een lege maag gaat drinken.
Ook de lichamelijke conditie van de drinker en het eventuele medicijngebruik zijn van invloed op het bloedalcoholgehalte.